De afgelopen weken deed Simon Looijestijn binnen HetEnergieBureau onderzoek naar energiearmoede. Door middel van interviews met verschillende instanties en overheden is getracht om inzicht te krijgen in mogelijke beleidsopties om energiearmoede te bestrijden en voorkomen. Dit artikeltje geeft een korte samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen.

Energiearmoede

De energietransitie is niet gratis. We moeten als samenleving met zijn allen onze energiehuishouding verduurzamen. De overheid stimuleert deze transitie o.a. met subsidies en goedkope leningen. Ook wordt de transitie gedreven door belastingen op klimaat belastende brandstoffen. Benzine en aardgas zullen in de toekomst waarschijnlijk duurder gaan worden. Ook de elektriciteitsprijs gaat mogelijk stijgen.

Deze maatregelen bevorderen de energietransitie, maar er kleven ook nadelen aan. Een van deze nadelen is dat het zorgt voor ongelijkheid in de samenleving. Huishoudens die weinig te besteden hebben, hebben moeite om gebruik te maken van subsidies en leningen. Zo laat een onderzoek van CE Delft zien dat slechts 20% van de subsidies voor verduurzaming terecht komen bij de armste 50% van de bevolking.[1]

Dit is echter niet het enige. Wanneer de energieprijzen gaan stijgen zal het nodig zijn om te investeren in duurzaamheidsmaatregelen om de energieprijs betaalbaar te houden. Goede isolatie en zonnepanelen zorgen ervoor dat de energierekening van een huishouden betaalbaar blijft. Huishoudens zullen dus moeten investeren. Voor huishoudens met minder financiële middelen  is dit vaak geen optie. Ze hebben simpelweg de middelen  niet om deze investeringen te doen. Hierdoor zitten ze als het ware vast in armoede waar ze zich niet aan kunnen onttrekken.

Wat kan er gedaan worden?

Door de verhoging van de energieprijs die er de komende tijd aan gaat komen, zal dit probleem  groter worden. Het is dan ook van belang om op zoek te gaan naar oplossingen om te zorgen dat minima in staat zijn om mee te profiteren van de energietransitie. Dit zal er niet alleen voor zorgen dat er minder armoede is, maar kan ook bijdragen aan draagvlak voor de energietransitie en een meer volledige transitie. Er zijn immers minder ‘achterblijvers.’

Gemeenten kunnen verschillende maatregelen treffen om minima te betrekken. Ondanks dat er nog geen kant en klare oplossingen zijn voor energiearmoede, zijn er wel een aantal maatregelen die kunnen bijdragen. Allereerst is het op de agenda zetten van inclusiviteit van de energietransitie van belang. Hierdoor kan gewerkt wordt aan een eerlijke en rechtvaardige transitie. Verder is het betrekken van het sociale domein bij de energietransitie belangrijk. Het blijkt uit interviews met verschillende gemeenten dat het lastig is om de doelgroep te bereiken die gevoelig is voor energiearmoede. Laaggeletterden, mensen met een dubbele baan en migranten zijn voorbeelden van groepen die moeite hebben om aan te sluiten bij de energietransitie. Vaak is de kennis om deze groepen te bereiken bij de sociale afdelingen van de gemeente aanwezig, maar blijkt het lastig om deze kennis in de praktijk te brengen in projecten die met duurzaamheid te maken hebben. Het betrekken van het sociaal domein kan dan ook wezenlijk bijdragen aan het bestrijden van energiearmoede en een inclusieve energietransitie.

Daarnaast is het van belang om  financieringsconstructies te ontwikkelen  waarmee er middelen terecht komen bij minima om maatregelen te kunnen financieren. Het ei van Columbus is nog niet gevonden, maar een veelbelovende optie is bijvoorbeeld het landgraafmodel waar geld van de gemeente geleend kan worden voor zonnepanelen. Omdat beleidsopties om energiearmoede te bestrijden schaars, vaak complex zijn en mogelijk ook kostbaar zijn, is het van belang dat kennis gedeeld wordt over het onderwerp zodat betrokken partijen van elkaar kunnen leren.

[1] R. Vergeer, CE Delft, Wie profiteert van het klimaatbeleid?, 2017